‘Onze kracht is nu onze zwakte’, zegt Vivienne Ypma, directeur van De Kleine Komedie. Het oudste theater van Amsterdam is sinds halverwege maart gesloten en zal voorlopig ook niet opengaan.
De Kleine Komedie haalt 17 procent van de inkomsten uit subsidie en de overige 83 procent zijn publieksinkomsten. ‘Gewoonlijk staan we daardoor bedrijfsmatig sterk in onze schoenen en hebben een redelijk onafhankelijk positie’, zegt directeur Vivienne Ypma. ‘Nu werkt het opeens tegen ons.’ Om quitte te draaien moet ‘de cabarettempel van Nederland’ op een avond gemiddeld 350 betalende bezoekers hebben’, rekent Ypma voor. ‘Door de coronamaatregelen is dat onmogelijk. Daarom zijn we voorlopig nog dicht.’
Schone lei
Aan het landelijk vouchersysteem dat de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) propageert, doet De Kleine Komedie niet mee. Volgens die regeling – ‘Bewaar je ticket, geniet later’ – bieden theaters een voucher aan die later voor een andere voorstelling ingewisseld kan worden. De Kleine Komedie geeft iedereen het volledige aankoopbedrag terug, wat ruim 600.000 euro kost. ‘Anders neem je een voorschot op de toekomst’, zegt Ypma. ‘Zo schuif je het probleem door, maar los je het niet op. Nu kunnen we met een schone lei flexibele afspraken maken voor het nieuwe seizoen.’ Ongeveer 15 procent van de kaarthouders heeft het aankoopbedrag vrijwillig gedoneerd aan De Kleine Komedie. Dat geld komt volledig terecht bij de spelers en hun impresariaten.
‘Niemand zit te wachten op grappen die ze al voorbij hebben zien komen’
Intussen probeert het theater ‘zo goed en kwaad als het kan’ contact te houden met het publiek. Zo worden dagelijks via de eigen website onder de noemer Komedie Thuis filmpjes, artikelen, sketches en oude opnamen van voorstellingen gedeeld of podcastafleveringen van artiesten die je normaal gesproken in De Kleine Komedie ziet.
Cabaret online streamen is geen optie. ‘Bij een klassiek concert is dat niet per se een onoverkomelijk probleem. Als daar illegaal opnamen van worden gemaakt, blijven mensen interesse houden in een nieuwe uitvoering’, schetst Ypma. ‘Een cabaretier wil met een programma anderhalf of twee jaar het land door. Zodra het online staat, kan de cabaretier thuisblijven. Niemand zit te wachten op grappen die ze al voorbij hebben zien komen.’
Daarom onderzoekt de theaterdirecteur nu de mogelijkheid om online ‘eenmalige ervaringen’ te creëren waarvoor moet worden betaald, bijvoorbeeld met Laura van Dolron die live improviseert en contact heeft met publiek dat kan reageren via een chatprogramma.
De Kleine Remedie
Samen met Het Parool maakte De Kleine Komedie in mei de vijfdelige podcastserie De Kleine Remedie (foto bovenaan). Peter Heerschop, Paul de Munnik en Malou Holshuijsen belden vanuit het lege theater met artiesten die eigenlijk op het podium hadden moeten staan. Vivienne Ypma: ‘We onderzoeken nu of we dat vaker kunnen doen, bijvoorbeeld eens per week. Het blijkt best kostbaar en het is maar de vraag of je de investering kunt terugverdienen.’
Vanaf 1 juni mogen theaters weer open, eerst met een publiek van maximaal dertig personen. Vanaf 1 juli, als alles goed gaat, zijn maximaal honderd bezoekers welkom. Toch houdt De Kleine Komedie de komende zomermaanden de deuren gesloten. ‘Alleen als we quitte draaien of ook maar één cent winst kunnen maken gaan we weer open.’ Met de huidige kaartprijs is dat met honderd man publiek onmogelijk. Daarom onderzoekt Ypma de mogelijkheid om in het komende theaterseizoen cabaretiers bijvoorbeeld twee kortere voorstellingen op een dag te laten spelen.
‘De vraag is hoe gezellig het gaat worden’
‘Dan nog moeten de toegangsprijzen flink omhoog’, vervolgt Ypma. ‘De vraag is hoe gezellig het gaat worden. Mensen kunnen niks meer drinken in onze piepkleine foyer waar afstand houden onmogelijk is en het is niet eenvoudig onze kleine kruip-door-sluip-door-wc-tjes te bereiken. Moeten we dan vooraf we tegen het publiek zeggen: zorg maar dat je geweest bent of kom anders met een luier om?’ Misschien wel het belangrijkste punt, volgens Ypma, is dat een cabaretier respons uit de zaal nodig heeft. ‘Werkt de magie van het theater nog wel als er niemand om je heen zit die meelacht?’ Bovendien is het maar de vraag of artiesten überhaupt nog programma’s hebben, schetst de theaterdirecteur. ‘Werken grappen die zijn bedacht in het pre-coronatijdperk nog wel? Dat moet allemaal nog duidelijk worden.’
Met Koninklijk Theater Carré en Theater Bellevue heeft De Kleine Komedie nu de handen ineengeslagen om toch iets van perspectief te bieden aan hun publiek. Vanaf 1 juli wordt een reeks voorstellingen onder de noemer S A M E N uitgevoerd in Carré.
Intelligente winterslaap
Voor het overige gaat de Kleine Komedie in ‘een intelligente winterslaap’. ‘Totdat er een vaccin of medicijn is, kunnen we niet zoveel,’ schetst Ypma. ‘Zolang er reserves zijn en we NOW ontvangen [de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid, red.] om onze medewerkers te betalen, kunnen we plannen maken en, zodra het kan, de deuren weer opengooien.’ In deze modus kan het theater het nog wel een halfjaar uitzingen ‘maar een jaar gaat niet lukken’, zegt Ypma. Daarom zet De Kleine Komedie momenteel een fondsenwervingscampagne op. In leningen en overbruggingskredieten heeft Ypma ‘geen enkele interesse’, ook niet van overheidswege met gunstige voorwaarden. ‘Want die moeten weer terugbetaald worden en de vraag is waarvan.’
Over het idee van de kunstraad voor de oprichting van een Amsterdamse Bank voor het Behoud van Kunst en Cultuur, die onder andere kan helpen bij de herstructurering van cultuurinstellingen, zegt Ypma: ‘Dat heeft voor ons alleen zin als er ook een regeling komt waarbij de gemeente op korte termijn een garantie kan geven voor een deel van de kaartprijs.’
Ondernemend nadenken
‘Uiteindelijk kun je deze problemen slechts voor een deel bij de overheid neerleggen’, verzucht Ypma. ‘Wij hebben het altijd kunnen rooien. Ik zal altijd ondernemend blijven nadenken.’ Wel vreest ze dat straks, zeker als op rijksniveau pijnlijke keuzes moeten worden gemaakt, ‘de culturele sector ongeveer achteraan staat’.
‘Terwijl: kunst en cultuur: dat ís de samenleving.’ Onlangs nog besefte Ypma dat toen ze een mailtje kreeg van een verpleegkundige die in het AMC werkt. ‘Ze schreef hoe ze elke avond helemaal kapot en leeg thuiskwam en dan een kijkje nam bij ons op Komedie Thuis. Ze bleef maar doormalen, maar door ons kon ze, voordat ze ging slapen, haar gedachten weer vullen met positieve dingen. Daar bedankte ze me voor.’