Het Nationale Ballet

‘Dansen zonder elkaar aan te raken, kan eigenlijk niet’

Gently Quiet. Foto: Altin Kaftira

‘Het was best een emotioneel moment toen we elkaar zagen na negen weken van thuisisolement’, zegt Ted Brandsen, artistiek directeur en huischoreograaf van Het Nationale Ballet. ‘Als je de piano in de studio voor het eerst hoort, voel je: het leven begint weer.’

Tekst Maurice Swirc

Sinds 15 mei krijgen de dansers van Het Nationale Ballet weer les in de oefenstudio’s van het Muziektheater, met een strikt coronaprotocol. De lessen worden in kleine groepjes van maximaal zes gegeven, waar gewoonlijk met groepen van tussen de veertig en zestig dansers wordt gewerkt. Een eerste groepje krijgt om half tien ’s ochtends live les, terwijl in drie andere studio’s dansers via Zoom aan de les meedoen. In de loop van de dag volgen nog eens twaalf lessen met de opgenomen zoomvideo als basis. ‘Er zijn nog heel veel beperkingen, zoals het feit dat dansers elkaar niet mogen aanraken. Maar in elk geval hebben ze weer de ruimte om te springen, om te vliegen’, vertelt Brandsen. ‘Want dat is wat dansers kunnen en willen: vliegen door de lucht.’

‘Hun lichamen, het werkkapitaal, moeten op peil blijven’

Het uitvallen van trainingen, repetities en voorstellingen gedurende al die weken was een aanslag op de conditie en techniek van dansers die met Het Nationale Ballet functioneren in de wereldtop. ‘Dansers moeten elkaar kunnen optillen en meters maken,’ legt Brandsen uit. ‘Hun lichamen, het werkkapitaal, moeten op peil blijven. Het gaat hier om jonge mensen voor wie beweging het allerbelangrijkst is, voor wie menselijk contact dé reden is waarom ze hebben gekozen voor deze kunstvorm.’ Dansen zonder elkaar aan te raken, wat de anderhalve meter samenleving vereist, kan eigenlijk niet.

Aangepast programma

Momenteel inventariseert de huischoreograaf oplossingen waarbij met een aangepast programma toch opvoeringen voor een klein publiek kunnen plaatsvinden. Maar ook dan zal de eerste voorstelling op zijn vroegst in september zijn. ‘Daardoor zullen deze dansers ruim een half jaar niet op het toneel zijn geweest. Dat is heel veel voor een carrière die vaak maar tien of vijftien jaar duurt. Sommige van onze ballerina’s worden vaak internationaal uitgenodigd. Nu is plotseling ook die internationale carrière gestopt.’

Intussen begonnen de dansers, zo goed en kwaad als het kon, thuis te oefenen. Daarvoor werd bij hen thuis stukken balletzeil afgeleverd en speciaal op maat gemaakte barres om te bevestigen tussen kast en tafel. ‘Probleem is dat je niet kunt repeteren met een partner en je mist ook de routine om te dansen voor publiek.’

Thuischoreografie

Om contact te houden met het eigen publiek zijn onlinevoorstellingen van de afgelopen jaren te zien en worden virtuele danslessen gegeven met meer dan 600.000 bezoekers. Tegelijkertijd kwamen dansers met eigen initiatieven, zoals Milena Sidorova, grand sujet van Het Nationale Ballet en een paar maanden geleden nog bevallen van een zoon. Zij creëerde een thuischoreografie die ze via Zoom instudeerde met 25 eigen dansers, die zichzelf thuis filmden met een telefoon. Videomaster en voormalig eerste solist Altin Kaftira hielp de dansers met de cameratechniek. De opnamen werden door hem teruggebracht tot de vier minuten durende dansfilm Hold On, met de fijnzinnige klanken van het gelijknamige popnummer van de Nederlandse band Di-rect. De film – tijdelijk online te zien – toont ‘hoe levens ontwricht raken en geliefden elkaar niet kunnen ontmoeten’, schetste Sidorova in de Volkskrant. ‘Dansers proberen dwars door wanden heen hun energie te geven.’ De beperkingen van de thuisisolatie zijn als inspiratiebron gebruikt, zoals de onmogelijkheid om te springen, waarbij ramen, deurposten en balkons als beeldkader ‘extra betekenis’ krijgen. De film eindigt met de dansers die bewegen in vijftien postzegelbeeldjes die uiteindelijk een voor een verdwijnen. De film is inmiddels online een grote hit (klik hierboven om Hold On te zien).

Ook veel lof krijgt de serie Gently Quiet, een poëtische productie van choreograaf Peter Leung en cameraman Altin Kaftira. Dansers doemden overal in de stille stad op voor filmopnamen. Eenzaam en alleen dansten zij op typisch Amsterdamse plekken die helemaal leeg waren.

‘Dansers kunnen niet een jaar of langer in de ijskast’

‘Deze crisis heeft ons ook geleerd dat we flexibel moeten zijn in ons denken,’ vertelt Brandsen. ‘We gaan zeker niet bij de pakken neerzitten en niets doen, maar het worstcasescenario is dat we geen voorstellingen kunnen spelen totdat er een vaccin is. Dansers kunnen gewoon niet een jaar of langer in de ijskast.’ Daarom wil Brandsen hoe dan ook vanaf september nieuwe voorstellingen creëren voor een publiek van honderd mensen. ‘We gaan de veerkracht van onze kunstvorm tonen. Uit beperkingen kunnen soms hele mooie dingen voortkomen.

Zo dringt zich nu de vraag op of we wel terug moeten willen naar die doorgedraaide consumentensamenleving. Willen we nog wel terug naar het oude normaal met het constant achter alles aanhollen en eindeloos shoppen? Alles is nu een tijdje tot stilstand gekomen. Kunst en cultuur kunnen helpen bij het nadenken over een andere manier van leven. Dat is iets wat je zeker terug gaat zien in onze voorstellingen.’