Om ruimte te creëren voor het andere verhaal richtte Farnoosh Farnia samen met Sahand Sahebdivani en Raphael Rodan in 2015 The Mezrab Storytelling School op. ‘Verhalen vertellen wordt in Nederland vaak gebruikt in een sociaal-maatschappelijke context om mensen iets te leren of kennis met iets te laten maken’, zegt Farnia. ‘Dat is anders dan in andere landen, waar storytelling een volwaardige kunstvorm is voor het vertellen van verhalen over cultuur, geschiedenis en tradities.’ Volgens haar heeft de coronacrisis ‘ons allemaal aan het denken gezet’, onder meer over de toekomst van de culturele sector.
Mezrab – The House of Stories is in 2004 opgericht en inmiddels uitgegroeid tot een van de belangrijkste storytellingcentra in Europa. Met vijftien tot twintig storytellingavonden per maand bereiken zij in het pakhuis aan de Veemkade ruim tweeduizend bezoekers.
Farnia geeft, net als Sahand Sahebdivani en Raphael Rodan, parttime les op The Mezrab Storytelling School, die ze vijf jaar geleden samen hebben opgericht. Farnia: ‘Je kunt in Nederland naar een theaterschool of een dansacademie, maar er was geen specifieke opleiding voor storytelling. Wij nemen storytelling als kunstvorm serieus en willen anderen hierin opleiden.’
Onvertelde verhalen
Bij Mezrab speelt herkenning een belangrijke rol. Het merendeel van de bezoekers is niet van Nederlandse origine. Er komen veel expats, internationale studenten en vluchtelingen. Mensen die wel in Nederland wonen, maar nog zoekende zijn naar een gevoel van thuis, een plek waar ze zichzelf herkennen. Mensen die soms alles hebben moeten achterlaten, maar hun verhalen hebben weten te bewaren. Deze onvertelde verhalen, die hun wortels hebben in de diverse culturele familiegeschiedenissen, krijgen bij Mezrab een podium.
‘Hoe afhankelijker je bent van subsidies, hoe minder wendbaar je bent’
Farnia hoopt dat er meer ruimte komt bij fondsen en overheden voor het artistiek experiment, voor het onverwachte en dat wat vanuit urgentie ontstaat. Producties waar je geen maandenlange voorbereidingstijd voor hebt. ‘Dat is ook de reden geweest waarom wij met Mezrab nooit een meerjarige subsidie hebben aangevraagd. Hoe afhankelijker je bent van subsidies, hoe minder wendbaar je bent. Ik heb vanochtend nog iemand begeleid, die vanavond voor het eerst op een podium gaat staan. Zo snel gaat het soms.’
Inhoud
Volgens Farnia is het van belang dat er financiering is om dit alles mogelijk te maken. ‘Maar ons gaat het niet om geld alleen. Het is een middel. In the end gaat het om de inhoud. Welk verhaal wil je vertellen? Welke beelden hebben wij van elkaar? Welke geschiedenissen dragen wij over? De nieuwe generaties hebben het recht hun eigen verhaal te doen. Ze grijpen niet terug op het verleden, juist omdat ze midden in het hier en nu staan. Iedere generatie wil de werkelijkheid herschikken, soms overboord gooien of opnieuw vormgeven. Om op deze manier ruimte te maken voor het nieuwe, letterlijk.’
‘De coronacrisis heeft ons allemaal aan het denken gezet’
‘De coronacrisis heeft ons allemaal aan het denken gezet’, vervolgt Farnia. ‘Daarbij valt op hoezeer er vanuit bestaande verhoudingen wordt gesproken over de toekomst van de kunstensector. Het gaat vooral om het verlies aan inkomsten en behoud van de institutionele structuren. Ik mis daarin het geluid van een generatie makers, die vaak zonder geld, tussen de instituties en machtsstructuren door moeten laveren om te overleven.’
Risicovol
‘Grote gezelschappen en podia vinden nieuw Nederlands repertoire te risicovol’, meent Farnia. ‘Dat komt doordat ze het niet altijd begrijpen of het te ingewikkeld vinden. Vervolgens concluderen ze dat er geen publiek voor is. Maar dat publiek is er wel.
De nieuwe generatie makers begint steeds vaker, en met steeds meer succes, belangrijke posities in te nemen in het kunstenlandschap. Niet alleen als maker, maar ook als commissielid of directeur van een podium.
We zijn niet bezig om een positie te verwerven in de grote zaal of deel uit te maken van de Nederlandse canon. We zoeken naar plekken en partners met wie wij theater kunnen maken zoals wij dat willen maken. Dat hoeft niet per se in de grote zaal van een schouwburg te zijn, maar kan ook bij Mezrab of op locatie bij Oerol.’
‘De sector is juist gebaat bij verschil’
Volgens Farnia ontbreekt het nu aan flexibiliteit om in te spelen op de actualiteit en artistieke ruimte om dingen anders te interpreteren. ‘Nieuwe makers kunnen bijna alleen nog maar aan de slag in een productiehuis of een gezelschap. Daar komen ze in een procesmatige manier van werken terecht met weinig ruimte voor hun eigen inbreng laat staan doorstroming. Plekken waar ze tussen gelijkgestemden middels op maat gemaakte trajecten aan hun ontwikkeling kunnen werken, zijn er steeds minder. Daarnaast zijn er heel veel autodidacten die hun eigen pad willen bewandelen. Helemaal niet willen doorstromen naar een kunstvakopleiding. Is dat dan een reden om deze makers links te laten liggen? Om hun verhaal niet te vertellen? De sector is juist gebaat bij het verschil. Er moet meer ruimte komen om elkaar te bevragen om zo van elkaar te leren. Er moet ruimte zijn voor het andere verhaal.’
Farnoosh Farnia is een slashie
Farnoosh Farnia behoort tot de meer dan een half miljoen slashies in Nederland: mensen met twee of meer banen, op het cv gescheiden door een schuine streep. Soms noodgedwongen, soms uit vrije keuze. Als slashie zoekt Farnia, die op vijfjarige leeftijd vanuit Iran naar Nederland verhuisde, voortdurend naar nieuwe verhalen.
‘We dagen onszelf iedere dag weer uit om met nieuwe makers, nieuwe inzichten en nieuwe verhalen te werken. Daarbij wil niemand in een hokje worden geduwd’, zegt Farnia. ‘Daarom is die schuine slash zo handig. Om te laten zien dat we meer zijn. In alle opzichten.’ Zelf heeft Farnia al jaren terug geleerd om te jongleren met meerdere identiteiten, banen, verplichtingen en verantwoordelijkheden. Zij is medeoprichter en docent bij The Mezrab Storytelling School, commissielid bij het Fonds Podiumkunsten, gastdocent aan de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam, programmeur bij het Oerol-festival en medeoprichter en tot voor kort zakelijk leider van jongerentheater DEGASTEN.