Een ontmoeting tussen schrijvers, vertellers en publiek en een veilige ruimte organiseren om nieuwe verhalen tot uiting te laten komen. Dat is waar het Read My World Festival voor staat, aldus artistiek directeur Willemijn Lamp. De internationale gastcuratoren zouden nu in Nederland zijn om de eerste contacten hiervoor te leggen. Dat ging natuurlijk niet door.
‘We hebben ons de afgelopen tijd suf gezoomd’, vertelt Willemijn Lamp, artistiek directeur van het festival. ‘Maar dat reproduceert natuurlijk geen enkele live ontmoeting, zeker niet met mensen uit het buitenland die je nog niet zo goed kent. Een basis leggen voor het festival dat in het najaar plaats moet vinden, is op deze manier lastig.’
Brievenproject
Toch laat het team van Read My World zich niet uit het veld slaan en ontstaan er via videobellen talloze inspirerende sessies waarbij de sky the limit lijkt te zijn. Waarbij Lamp en haar collega’s het festival helemaal opnieuw willen uitvinden. Read My World is een faciliterend festival, schrijvers gaan in opdracht aan het werk. Dat kan natuurlijk doorgaan, ook op afstand. Zo is er een brievenproject gestart, waarbij makers van over de hele wereld brieven schrijven om ons te troosten. Die worden per post naar mensen in Nederland toegestuurd, die zich hiervoor online hebben aangemeld. Het zijn bijzondere brieven, vertaald en geïllustreerd. Op deze wijze probeert Lamp de mensen toch aan het werk te houden.
Geluk bij een ongeluk
Oorspronkelijk was het plan om Read My World 2020 over Iran te laten gaan. Maar vanwege de politieke situatie en vervolgens de coronauitbraak, durfden de curatoren ter plaatse het niet aan. Het was een geluk bij een ongeluk, want daardoor kwam de focus op Europa te liggen en werden in de eerste week van de intelligente lockdown curatoren in Parijs, Berlijn, Brussel en Rome benaderd. De hoop bestaat dat zij gemakkelijker naar Nederland gehaald kunnen worden als het festival in oktober plaats kan vinden. Lamp: ‘Ze vroegen wel gelijk: Maar hoe dan? Daar hadden we nog niet een duidelijk antwoord op.’
Bent u niet geneigd het festival af te blazen nu er nog zoveel onzeker is?
‘Daar heb ik wel aan gedacht, maar dan zijn er zo veel mensen die we niet aan het werk kunnen zetten. Ik zie het ook een beetje als mijn taak om al die artiesten aan het werk te houden, veel van hen komen rond van optredens. Onze organisatie is heel klein: Marije Koens en ik vormen de directie, daarnaast hebben we een producent, vier programmamakers en naarmate het festival nadert een groeiend campagne- en uitvoerend team. We zijn allemaal zzp’ers. Doordat het curatorenprogramma, dat nu in Nederland plaats zou vinden, niet doorgaat, kunnen we andere posten betalen en we zijn nog bezig met fondsenwerving voor het festival straks. We schrijven fondsen als het VSBfonds, Fonds21 en Lira Fonds jaarlijks aan, daar zijn we erg van afhankelijk, zeker als we uitgaan van een verminderde zalencapaciteit. Als we minder fondsen werven, kunnen we ook minder artiesten aan ons binden. Van het Amsterdams Fonds voor de Kunst krijgen we structurele ondersteuning, en van het Letterenfonds voor twee jaar. Zij willen onze nieuwe plannen wel zien, maar zeggen ook coulant te zijn vanwege de omstandigheden.’
Wat is nu het plan van aanpak?
‘We bereiden het reguliere festival zo goed als dat gaat voor, maar we werken tegelijk met schaduwplan voor als we in oktober nog steeds niet op grote schaal mogen verzamelen. Voorlopig mogen we na 1 juni met dertig man op anderhalve meter van elkaar bijeenkomen, daarin zijn we ook afhankelijk van hoe onze reguliere locatie, de Tolhuistuin, dit aan wil pakken. We denken erover het festival uit te breiden naar andere locaties in Noord, maar dan moeten we nieuwe zalen gaan huren en daar hebben we geen geld voor. De huur van de Tolhuistuin was al begroot. Bovendien zou het zomaar kunnen dat andere festivals die nu niet doorgaan ook in oktober gaan plannen, dus daar moeten we goed op letten en wellicht samenwerkingen aangaan.’
‘Digitale content produceren is niet onze habitat’
Wat als er een tweede golf van het coronavirus uitbreekt?
‘Digitale content produceren is niet onze habitat. We zijn gewend iets te maken om live op een podium voor te dragen, we kennen die mogelijkheden van iets voor op een scherm nog niet. Maar we zijn ontzettend aan het zoeken naar hoe we hier toch op een goede manier mee om kunnen gaan, als het festival niet plaats kan vinden zoals we dat zouden willen. Het is alleen zo ingewikkeld, als je reden van bestaan een ontmoeting tussen makers en publiek is. Een ontmoeting offline, in een tijd waarin iedereen al zoveel online zit, is zo ontzettend belangrijk. Maar toch kijken we naar een streamingsvariant van het festival, waarop bezoekers dan kunnen inloggen. Of we gaan met kleine groepjes wandelingen maken in de buitenlucht terwijl er ondertussen verhalen worden verteld.’
Op gegeven moment moeten jullie natuurlijk wel een knoop doorhakken.
‘We voelen de hete adem van de tijd in onze nek. Normaal gesproken hadden we het programma nu al rond gehad, dat is nu nog lang niet het geval. Bovendien moeten we rekening houden met de annuleringsvoorwaarden van hotels, om te voorkomen dat we straks de volle mep moeten betalen, ook als het festival later alsnog niet door kan gaan. Dus begin juli moeten we de keuze hebben gemaakt of we de buitenlandse gasten hier überhaupt naartoe halen. Daarbij is het nog maar de vraag of zij in oktober vrij mogen reizen, maar daarvoor dachten we dat we desnoods roadtrips met ze gaan maken in eigen land en dat vastleggen. Om op die manier toch iets van hun bijdragen te kunnen delen. Ik denk wel dat wij als literatuurfestival tot de gelukkigen behoren, schrijvers schrijven vaak alleen, we kunnen met minimale middelen al impact maken.’